OPMEER – Het hoge aantal ernstige valincidenten onder ouderen leidt tot veel persoonlijk leed, hoge en stijgende zorgkosten, en veel druk op de overbelaste zorg. De landelijke ketenaanpak valpreventie moet ervoor zorgen dat het aantal ernstige valincidenten sterk afneemt. Daar valt echter meer winst te behalen: gemeenten moeten binnen de ketenaanpak meer aandacht hebben voor de rol van structureel bewegen.
De ketenaanpak beschrijft welke activiteiten het valrisico van ouderen beperken, afhankelijk van het valrisico. Binnen de aanpak kan jaarlijks drie procent van de 65-plussers deelnemen aan een tijdelijk valpreventief beweegprogramma. ‘Een goed begin, maar dat is alleen effectief op de lange termijn als deelnemers ook ná het programma structureel goed blijven bewegen. Momenteel biedt de ketenaanpak dit structurele aanbod wel aan, maar dit aanbod is nog beperkt,‘ zegt Liesbeth Preller van het Kenniscentrum Sport & Bewegen.
Dit structurele beweegaanbod is echter ook essentieel voor ouderen in het algemeen: hiermee houden ze het valrisico beperkt. Zonder dat aanbod lukt het maar weinig ouderen voldoende te bewegen. Zo voldoen maar vier van de tien 65-plussers aan de beweegrichtlijnen.
Preller: ,,Die rol van het structurele beweegaanbod vraagt lokaal nog de nodige acties: er is meer en kwalitatief beter aanbod nodig. Kwantiteit door aanbieders, zoals trainers bij sportverenigingen en sportscholen inzetten op de vitalere groep ouderen, en waar beschikbaar geschoolde begeleiders op de kwetsbare groep. Meer kwaliteit door voldoende intensieve en effectieve beweegactiviteiten; wandelen alleen is echt niet voldoende.”
Binnen de ketenaanpak valpreventie ligt de focus vooral op de tijdelijke valpreventieve beweegprogramma’s voor een beperkte groep senioren. De ketenaanpak zet alleen zoden aan de dijk als ook het structurele beweegaanbod bijdraagt aan valpreventie. ‘Gezien het hoge aantal valincidenten is het hoog tijd om in actie te komen: het structurele beweegaanbod voor alle senioren. Anders constateren we over een paar jaar dat we met ongekend hoge investeringen voor preventie maatschappelijk niets zijn opgeschoten,‘ aldus Liesbeth Preller.
